Erbij ‘horen’
Ruim 5 jaar geleden liet ik voor het eerst hoortoestellen aanmeten. Ik heb al mijn hele leven gehoorproblemen. Maar omdat ik ze al m’n hele leven had, wist nooit echt hoe erg die problemen waren. Toen ik de stap nam om gehoorapparaten te nemen was de belangrijkste realisatie dat ik in de jaren daarvoor waarschijnlijk meer had gemist dan ik zelf door had. Hierdoor viel ook veel op z’n plek rond hoe ik door sommige mensen werd behandeld en waar ik onzeker over was. Er werden namelijk soms aannames over mijn karakter gedaan die niet klopten; In de meest negatieve uitingen was ik arrogant, onbeleefd of ongeïnteresseerd, in de mildere beschrijvingen was ik dromerig, afwezig en/of onverstoorbaar. Dit waren kwalificaties die mij veel verdriet hebben gedaan, en onzeker maakten. Toen ik me hier bewust van werd, werd ik ook een stuk opener en eerlijker: ik kon vooroordelen voor zijn door uit te leggen dat mijn gedrag geen reflectie van mijn persoonlijkheid, maar van mijn stomme oren was.
Maar… hoe belangrijk deze inzichten ook waren, en hoe erg ze mij ook hebben bevrijd van schuldgevoelens en verdriet, ik ervoer niet perse meer hoorplezier door de gehoorapparaten. Als ik ze droeg kwam alles hard en onnatuurlijk binnen, en ik was na een tijdje dragen vaak doodmoe van alle extra prikkels die ik meekreeg van geluiden die niet belangrijk waren. Ik ging ze weer te weinig dragen. Maar nu wist ik dat ik iets miste.
Dus ik liet mijn oren eind vorige jaar weer testen. Mijn gehoor is heel licht achteruit gegaan. Maar belangrijker; mijn werkomstandigheden zijn veranderd. Ik heb nu een pionierende functie binnen een enorme organisatie. Ik werk in een groot pand, ik heb geregeld live besprekingen met (grotere groepen) nieuwe mensen, en ik heb in deze fase vaak een observerende (en luisterende) rol. Ik wil alles goed kunnen volgen en begrijpen om in deze omgeving m’n weg te vinden. Kortom: ik wil me zeker en op m’n gemak voelen op mijn werk. Hierdoor heb ik meer behoefte dan voorheen aan goede oren - en daarmee aan een upgrade van mijn buitenboord-oren. Gelukkig blijft technologie zich verbeteren. Maar ik was evengoed sceptisch over wat het me zou opleveren ten opzichte van mijn oude apparaten.
Maar… sinds iets meer dan een maand heb ik nieuwe apparaten. Ik ben blij om te melden dat ik daadwerkelijk verschil merk. Ik fietste nooit met hoorapparaten in omdat de wind op de microfoon elk ander geluid overstemde. Maar nu kan ik gewoon fietsen zonder storing. Ik kan ook met iemand achterop een coherent gesprek voeren. Ik hoor vogeltjes, het tikken van de hakken van een mevrouw op de stoep, de man die in zijn telefoon praat 100 meter verderop, en dat mijn fiets ergens aanloopt. Ik hoor het wanneer iemand tegen me fluistert, of van me af praat. En ik hoor het als mijn naam valt op kantoor - zelfs als het een paar tafels verderop is. Misschien hele normale dingen voor iemand met goede oren. Maar voor mij is het opnieuw een realisatie dat ik nog zoveel niet meekreeg. Dat ik er nog steeds niet helemaal bij ‘hoorde’. Maar ook; dat er dus wat aan te doen was.
Dit alles om te zeggen dat de omstandigheden, of de ‘omgeving’, waarin je werkt zo ontzettend belangrijk zijn. Op het moment dat je niet op je gemak bent, of je veilig voelt, lijdt je werk daaronder. Niet per se de kwaliteit van je werk, maar het plezier in je werk. Gelukkig heb je daar zelf invloed op.
Ik heb het vaak over ‘enabling environments’: die ideale omstandigheden om te kunnen handelen, veranderen of creëren. Dit is daar een voorbeeld van. Vaak gebruik ik het om te laten zien dat je voor anderen omstandigheden kunt vormgeving om zo verandering in gedrag te stimuleren of om het leven gewoon iets makkelijker te maken. Maar waarom zou je dat niet ook voor jezelf doen? Wat heb jij nodig om het beste uit jezelf te halen?