Strijdbaar op zoek naar verbinding
Zoals zo veel mensen in mijn directe omgeving ben ik geschrokken, verdrietig, boos en gefrustreerd over de verkiezingsuitslag in Nederland.
Er is al veel geschreven over hoe we deze uitslag moeten duiden, en er zal de komende tijd nog veel meer over verschijnen. Zo schreef Rob Wijnberg in de Correspondent over het nostalgisch nationalisme dat verlangt naar een gelogen verleden. Sander Schimmelpenninck zag de bui voor de verkiezingsdag al hangen en hekelde naast de goedkope trucs van Wilders tegelijkertijd de rol van de (sociale) media in de opkomst van het ‘dom-rechts’ populisme. Meerdere opiniemakers verwezen naar de golf van (extreem) rechts-populisme die nu ook Europa volledig in haar greep heeft. De NRC schrijft dat deze zege van de PVV per saldo slecht nieuws is voor Nederland. Op mijn diverse sociale media tijdlijnen lees ik wanhopige berichten van mensen met een migratie-achtergrond die vrezen voor hun veiligheid en die van hun kinderen. Culturele instellingen, de publieke omroep, het lidmaatschap van de Europese unie, het klimaat, compassie-vol migratiebeleid, het mogen zijn wie je bent, en de democratie zelf staan allemaal op de tocht met deze ruk naar (extreem) rechts.
Maar mannen als Rob Wijnberg en Sander Schimmelpenninck zijn totaal niet de opiniemakers die er toe doen voor die 2,4 miljoen mensen die het zat zijn. De NRC is niet de krant die een PVV stemmer weet te overtuigen. Het is zoveel makkelijker om een zondebok aan te wijzen dan om onderbouwd en gewogen naar de complexiteit van de huidige problemen te kijken. Niet voor niets dat de PVV haar partijprogramma niet laat doorrekenen - want het programma ging nooit over haalbaarheid. Dat is populisme.
Uiteraard ben ik boos en gefrustreerd dat feiten er niet toe lijken te doen. Dat de keuze van deze 2,4 miljoen mensen ons internationaal voor schut zet en dat hiermee jaren van maatschappelijke vooruitgang teniet worden gedaan. En die boosheid maakt me strijdbaar. Maar om echt iets te bereiken zullen we de verbinding moeten opzoeken. Dat alleen maar groter wordende gat tussen mensen zullen we moeten dichten door begrip op te brengen, te snappen waarom mensen de keuzes maken die ze maken, en ze niet alleen wegzetten als ‘dom’ of ‘rascistisch’. Uiteraard zonder dat we die mensen uit het oog verliezen die nu zich onveilig, bedreigd en gemarginaliseerd voelen. Dat is een hele kluif - maar we zijn het aan onszelf verplicht om het te proberen.
Een paar weken geleden brachten Teun Gautier en Floor Ziegler het boek ‘Een wereld aan gemeenschappen’ uit. Al jaren gaan zij wijken in door heel Nederland en daar in gesprek met mensen, over alles wat hen in hun dagelijks leven bezig houdt. Zij zeggen: ‘PVV stemmers zijn niet racistisch maar voelen zich niet gehoord. De oplossing is hen betrekken bij hun buurt en een rol geven.’ Dat is misschien een iets te korte bocht - een deel van de PVV stemmers is immers zeker wel racistisch en helemaal niet bereid zelf verantwoordelijkheid te nemen. Maar een heel groot deel is vooral gefrustreerd en wil gezien en gehoord worden door de politiek. En daar hebben de eerdere kabinetten in tekort geschoten. Terecht of niet - deze mensen bijten nu van zich af. Dat kunnen we niet negeren. We moeten de gemeenschappelijkheid weer vinden.
Ik mocht 2 weken geleden op mijn eigen directie mijn collega’s meer vertellen over de maatschappelijke meerwaarde van co-creatie en sociale innovatie. Een van de belangrijkste pijlers van mijn verhaal was dat iedereen een expert is, vooral over hun eigen leven. In die context liet ik mijn collega’s een ‘bingo’ doen: Ik noemde een breed scala aan eigenschappen en ervaringen op - en wie als eerste hiervan 9 zichzelf toedichtte had ‘bingo’. Dit om aan te tonen welke veelheid van eigenschappen en ervaringen we continu met ons meedragen - in privé én professionele context. En precies in die veelheid van eigenschappen en ervaringen zit wat mij betreft de sleutel tot verbinding. Want er is altijd wel een overeenkomst te vinden tussen jou en een ander; en dat is het begin van begrip voor elkaar. Alleen moeten we er wel actief mee aan de slag. Ook ik zal meer uit mijn eigen ‘elitaire’ omgeving moeten stappen en de verbinding op moeten zoeken als ik anderen wil begrijpen, en begrepen wil worden.
Terwijl we afwachten hoe dit complexe formatieproces gaat verlopen zal er ruimte moeten zijn voor verdriet, boosheid en ook zeker kritische vragen. Maar ik ga tegelijkertijd strijdbaar op zoek naar verbinding - om te redden wat er te redden valt voor de échte gemeenschappelijkheid: een land van en voor ons allemaal.